Korte geschiedenis van shotokan karate

Het huidige karate is ontstaan uit en beïnvloed door een groot aantal bestaande vormen van ongewapend gevecht uit verschillende landen. In het algemeen wordt echter aangenomen dat China de bakermat is. Zeker is dat men zich in de Chinees-boeddhistische kloosters bezighield met lichaamsoefeningen om de centrale energie (ki) te ontwikkelen. Het bekendste klooster was het Shao Lin klooster. De oefeningen werden daar verbeterd, gesystematiseerd en te boek gesteld. De ervaring wees uit dat de centrale energie die met deze oefeningen werd opgewekt, een gunstige invloed had op de werking van de organen en ook de coördinatie binnen het musculaire systeem bevorderde. Door deze gunstige invloed bleef ook de invloed op de diverse zelfverdedigingmethoden, zoals deze werden beoefend door de individueel rondtrekkende monniken, niet uit.

Het eiland Okinawa in de Japanse archipel had vanaf de 15e eeuw zeer nauwe economische en culturele banden met China. Toen het eiland in 1609 door troepen van de Satsuma clan werd bezet, werden alle wapens verboden. Als gevolg daarvan kwamen alle vormen van ongewapend gevecht in de belangstelling en kon het karate tot ontwikkeling komen.

Op het centrale eiland van Japan werd de kunst in 1921 geïntroduceerd door Gichin Funakoshi, die in 1930 de oorspronkelijke naam 'Chinese hand' veranderde in karate (lege hand). Hij stichtte de shotokan school in Tokio. De naam werd ontleend aan de omgeving van Funakoshi's huis aan de kust (shoto = de wind in de pijnbomen). Bij deze school werd grote nadruk gelegd op de lichaamsbalans, bewerkstelligd door een lage stand.

Nadat het verbod, door het militair gouvernement van generaal MacArthur opgelegd, was opgeheven, verenigde het grootste deel van de door Funakoshi gevormde leraren zich in de Nihon Karate Kyōkai (Japan Karate Association, J.K.A.).


Ga naar top